zondag 1 januari 2012

Bij wijze van nieuwjaarswens



reis

naar het zachte vuurland
van de lente, mijn dal,
dat ons mild verwarmt
en voor onze wensen knoppen
opent; door de zomer
verder, vol zomersproeten de
weide, en daar kleven we,
hart aan hart als hars; in de half-
schaduw van de herfst-
middag, door je haar,
die onze woorden kleurt;
tot in een lapland van lip-
pen, daar waar zachtjes,
als vlokken, de sneeuw ons
drijft…

Reinhard Priessnitz (1945-1985), ‘reise’ in: vierundvierzig gedichte, edition neue texte, Linz 1986 (vert. Erik de Smedt)